(116) Haar wereld staat stil

Hoe groot je verlies en je verdriet ook is, hoe je daarop ook reageert, hoe lang geleden het ook was, wat men daar ook van vindt, er is meestal wel een weg te vinden om uit dat diepe dal te komen van dat grote verlies en verdriet. Natuurlijk hoef je die weg niet alleen te vinden. Als jij dat toelaat kan je daarbij worden geholpen.

Haar wereld staat stil

Haar wereld staat al lange tijd stil. Bij Monica, een gefingeerde naam, is een borst verwijderd vanwege borstkanker en een jaar later verloor ze ook haar zoontje aan kanker, vlak voor zijn 8e verjaardag. Hoe heftig kan het leven zijn. Het is gewoon niet eerlijk.

Hoe heftig kan het leven zijn!

Inmiddels zijn we alweer een jaar verder in het leven van Monica. Ze heeft het nog steeds moeilijk om met dat grote verlies en verdriet om te gaan. Ja, wie niet? Ze is nog steeds snel moe en nog steeds kan ze zich onmogelijk concentreren. Alles in het leven om haar heen lijkt volslagen onbelangrijk … zeker wanneer je dat vergelijkt met dat enorme verlies.

“Ja,” zegt ze, “ik krijg niets uit mijn handen. Hou mij te goede, ik zou wel heel graag verder willen met mijn leven … maar … ik krijg het gewoon niet voor elkaar.”

Paniek

Paniek slaat toe wanneer de bedrijfsarts vindt dat Monica weer zou moeten kunnen werken. Snapt deze dan niet dat ik snel moe ben, dat ik mij niet kan concentreren.

Paniek slaat toe wanneer haar omgeving over van alles een mening heeft. Het overlijden van haar zoontje is toch alweer bijna een jaar geleden … de verwijdering van haar borst zelfs nog langer. Waarom zou je dan nog zo’n enorm verdriet hebben? Dan heb je je rouw toch verwerkt?

Paniek slaat toe wanneer Monica zich afvraagt hoe zij met al die reacties moet omgaan. Voor haar lijkt het wel alsof er twee werelden zijn … de wereld waarin zij leeft … en … de wereld waarin de mensen om haar heen leven. Ze kan zich soms zo eenzaam voelen.

Eenzaamheid

Het is alweer “even” geleden dat managers en collega’s van het bedrijf waarvoor ze werkt, geregeld met haar contact opnamen of langskwamen. Het lijkt wel alsof Monica voor hen niet meer bestaat. Behalve zo af en toe de bedrijfsarts en personeelszaken laat niemand meer iets van zich horen. Ze moet alles zelf uitzoeken en er alleen achteraangaan.

Waarom zien ze me niet?

“Snappen ze dan niet wat er bij mij en met mij aan de hand is?” zegt Monica. “Kan niemand mij een helpende hand bieden? Is dat zoveel gevraagd? Is er dan niemand die ook maar enigszins begrijpt hoe moeilijk ik het nu heb? De vraag ‘hoe het met mij gaat’ stellen ze eerder uit (sociale) beleefdheid dan dat ze het echt willen weten. Kan niemand ook dan maar enige empathie opbrengen?”

“Ik heb het al moeilijk genoeg om te dealen met mijn verlies en verdriet. Waarom moet ik rekening houden met een ander? Waarom houdt niemand rekening met mij? Is dat te veel gevraagd?” vraagt Monica zich af. “Niemand die mij ‘hoort.’ Niemand die echt naar mij luistert. Help!”

Kreet om hulp

Aan de ene kant lijkt voor Monica alles in het leven om haar heen volslagen onbelangrijk … zeker wanneer je dat vergelijkt met dat enorme verlies van haar. Niet alleen dat, maar aan de andere kant is Monica ook wel weer te trots om hulp te vragen.

En toch … wil Monica, zoals ze al eerder aangaf, graag verder met haar leven … maar … ze krijgt het alleen niet voor elkaar. Haar kreet om hulp is luid en duidelijk! Een kreet die nooit mag worden genegeerd! Door niemand!

Monica is uiteindelijk gehoord en mensen zijn stapje voor stapje samen met haar op pad gegaan. Haar wereld staat inmiddels niet meer stil maar is weer langzaam in beweging gekomen. Zoals het er nu naar uitziet gaat het met Monica wel weer goedkomen. De “littekens” van haar verlies en verdriet gaan echter nooit meer weg met als gevolg dat Monica op een andere manier in het leven komt te staan dan vroeger. Het is niet anders.

Conclusie
Er gloort hoop aan de horizon!

Hoe groot je verlies en je verdriet ook is … hoe heftig en emotioneel je daarop ook reageert … hoe lang geleden het ook was gebeurd … wat mensen in je omgeving daar ook van vinden of hoe zij daarop reageren … en hoe jij op dit (complexe) geheel ook reageert … er is meestal wel een weg te vinden om uit dat diepe dal te komen van dat grote verlies en verdriet.

Natuurlijk hoef je die weg niet alleen te vinden. Er zijn legio mensen die je daarbij kunnen helpen. Mensen als familieleden, dierbare vrienden, ervaringsdeskundigen, professionele hulpverleners of mensen uit je directe omgeving. Centraal staat daarbij dat jij bereid bent om hun hulp te vragen en te accepteren. Centraal staat ook dat zij jou die hulp kunnen en willen geven … en blijven geven zolang jij aangeeft dat nodig te hebben.

Voor het echter zover is moet wel duidelijk zijn dat hulp nodig is. Dat kan doordat jouw wereld in plaats van stil te staan weer in beweging begint te komen en jij, de rouwende, uiteindelijk begint te beseffen dat jij niet op eigen kracht je verlies of rouw kan verwerken. Dat kan ook door ons allen om ervoor te zorgen dat wij de rouwende, jij dus, niet alleen laten in het verwerken van het verlies of rouw.

In een notendop, wat er ook gebeurt, wij allen zouden zonder uitzondering met elkaar in contact moeten blijven … al was het alleen maar om elkaar te helpen wanneer een van ons hulp nodig heeft.

(63) Alleen, maar niet eenzaam

Verdriet is net als een wond. En ook verdriet laat littekens achter, en ook die zijn zichtbaar, zelfs na jaren nog. Ook de pijn van het verdriet wordt minder en verdwijnt voor de meeste mensen uiteindelijk. Het kan een tijdje duren voordat de pijn draagbaar is. En toch, op een onbewaakt moment, kan je de pijn weer net zo intens voelen als toen en is het alsof je weer terug bij af bent.

HPF_4779Je partner is kortgeleden overleden. Familie en vrienden willen je troosten, opbeuren en helpen. Maar, je hoofd staat er niet naar. Je wilt tot jezelf komen maar dat lukt niet. Je voelt je eenzaam want in alles om je heen voel je nog de aanwezigheid van je partner. Soms kom je iemand tegen die van afstand gezien op je partner lijkt qua stem, uiterlijk en houding. Je schrikt. Je houd je adem in. Je hart slaat over. Op die momenten wordt het stil om je heen en de tijd lijkt stil te staan.

Je begint langzaam te beseffen dat je partner nooit meer in je leven zal zijn. Dat geldt in het begin ook voor de mensen om je heen. Maar door de waan van alle dag, en ook omdat ze persoonlijk een grotere “afstand” tot je partner hadden, begint de schok bij de meeste mensen toch al snel weg te ebben… bij jou echter niet. Totdat ze je daarna weer ontmoeten. Voor hen is de ontmoeting een moment, waarna ze weer verder gaan; voor jouw echter niet! Jij ontmoet veel mensen. In het begin vertel je aan bijna iedereen je verhaal. Bij sommigen zelfs vaker. Je vertelt je verhaal wel en misschien zelfs wel heel vaak, maar voor je gevoel lost het niets op en misschien voel je zelfs dat niet eens. Of misschien wil je er zelfs niet eens met anderen over praten.

Je wilt het huis op orde brengen, maar je komt er maar niet toe. En die keren dat het je wel lukt is je partner weer in je gedachte en ben je weer terug in de tijd dat je samen gelukkig was. Juist op die momenten voel je je alleen. Dagen gaan voorbij zonder dat er echt iets gebeurd. Je wilt wel, maar het lukt gewoon niet.

Je hebt nog een lange weg te gaan in het leren omgaan met je verlies, je verdriet en je eenzaamheid. Leren omgaan? Was je al maar zover. Je hebt zelfs nog geen idee hoe je verder kan in je leven. Je hebt er op dat moment niet eens overzicht op, laat staan dat je er vat op krijgt.

De wereld draait door en de mensen om je heen gaan verder in de waan van alle dag.

Voor jouw gevoel lijkt de afstand tussen jou en de mensen om je heen steeds groter te worden; voor hen lijkt het alsof jij je meer en meer terugtrekt. Jij hebt het gevoel alsof er twee werelden zijn; jouw wereld en die van de mensen om je heen.

In “The Light We Chase” vond ik een toepasselijke tekst: “I would rather stand alone than being lonely in a crowd” of “Ik sta liever alleen dan eenzaam in een menigte.
Het boek wordt op dit moment geschreven onder het pseudoniem Jaymich90 op Wattpad.

Het is belangrijk dat je op de één of andere manier leert omgaan met eenzaamheid. Wanneer je alleen bent is dat niet erg, zolang je maar niet eenzaam bent. Wanneer je zo af en toe eenzaam bent is dat niet erg, als maar het niet iedere dag zo is.

De mensen die het dichtst bij je staan beginnen te suggereren dat je meer zou moeten uitgaan, weer mensen gaat ontmoeten. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Om alleen uit te gaan, naar het theater of de film, dat is een grote stap. Bij de stelletjes sta je meestal voor een glazen deur. Ja, je wordt een keer uitgenodigd en daarna lijken ze je vergeten te zijn. En wanneer je één van hen later weer ontmoet dan kan net op dat moment geen afspraak worden gemaakt omdat er thuis even moet worden overlegd. Er wordt wel beloofd er later op terug te komen. Niet dus! Ja, mensen zien je wel op het werk, maar daar liggen de prioriteiten anders. Mensen zien je ook tijdens het doen van de boodschappen, maar meestal ben je zo bezig met het zoeken naar producten en ook zo in jezelf gekeerd dat je ook niet op je omgeving let. Zo af en toe hoor je wel dat mensen je hebben gezien, maar waarom spreken ze je dan niet even aan?

Je krijgt er genoeg van en je trekt je terug; sommigen verbranden zelfs hun schepen.

Uiteindelijk begint het op je werk en in je omgeving op te vallen. Bekenden en collega’s dringen bij je aan dat je weer tussen de mensen moet komen… anders wordt je zo eenzaam. Maar of je zelf al zover bent? Het is nog niet zo lang geleden dat je partner, waar je zo veel van houdt, uit je leven is weggegaan of weggehaald.

Eenzaam? Zolang “eenzaam” zich vertaalt naar “alleen”, komt het vroeger of later goed. Alleen ben je toch al. Of je nu bij familie bent of op het werk, of je tussen duizenden mensen staat en misschien ben je zelfs het middelpunt van de belangstelling… je bent alleen, zolang je je maar niet eenzaam voelt. Alleen, omdat je partner die zo belangrijk voor je was op dat moment niet bij je is. Er zijn mensen die beweren dat je partner als spirit wel degelijk bij je is… maar op dat moment kan je er niets mee. Je kan de ander niet meer aanraken. Niet meer dat gesprek. Niet meer die knuffel. Niet meer die schaterlach. Niet meer samen zijn. Niet meer samen genieten. Op zo een moment gaat de wond van het verlies weer open. En net als bij alle wonden, doet dat pijn.

Wonden genezen uiteindelijk. Het kan even duren, maar ze genezen. Wonden laten littekens achter, en na jaren kan je deze nog zien. Al voel je de pijn dan niet meer, maar soms krijg je op de plaats van het litteken weer een onbestemd gevoel. Alsof je weer even wordt herinnerd aan dat moment… dat moment toen je de wond in alle hevigheid voelde.

Verdriet is net als een wond. En ook verdriet laat littekens achter, en ook die zijn zichtbaar, zelfs na jaren nog. Ook de pijn van het verdriet wordt minder en verdwijnt voor de meeste mensen uiteindelijk. Het kan een tijdje duren voordat de pijn draagbaar is. En toch, op een onbewaakt moment, kan je de pijn weer net zo intens voelen als toen en is het alsof je weer terug bij af bent.

Maar ondanks alles wat er is veranderd, wat je hebt meegemaakt, gevoeld en ervaren zijn daar ineens weer die dagen dat je vrij en blij bent en hoop krijgt ondanks dat je alleen bent. Dagen waarin je je misschien voelt als een vlinder fladderend in de zon van bloem naar bloem. Mensen zijn uniek, bij de één duurt dit wat langer dan de ander, maar het komt goed… uiteindelijk.