Daar sta je dan. Het is alweer een tijdje geleden dat je partner, je kind of een dierbare is overleden. Je denkt dat alle emoties voorbij zijn en dat je rouw is verwerkt. En dan ineens zijn er weer van die momenten dat je aan hem of haar moet terugdenken. Daar is niets verkeerd mee. Hij of zij was een belangrijk onderdeel van je leven en dat zal altijd zo blijven.
Je komt mensen tegen die zeggen dat ze verstand hebben van rouw en rouwverwerking. Mensen die zeggen dat ze empathie hebben met wat je voelt. Diezelfde mensen kunnen verbijsterd zijn wanneer ze merken dat je, zelfs na jaren, nog steeds emoties hebt als je aan je dierbare terugdenkt.
Je komt mensen tegen die absoluut niet willen praten over wat hen dwars zit. Mensen die zeggen dat er niets aan de hand is, maar waar iedereen aan kan zien en ook aan hun stem kan horen dat zij de emoties wegdrukken, verbergen, of zich ervoor schamen, of deze voor zichzelf ontkennen. Mensen die niet begrijpen, en het mogenlijk zelfs eng vinden, dat jij wel je emoties durft te tonen.
Je komt mensen tegen die jou willen helpen met het verwerken van je verdriet. Hoe goed ook bedoeld en hoe goed deze mensen vaak ook zijn opgeleid, maar voor jou lijkt het op dat moment net of deze mensen een “standaard” aanpak volgen. Daar hoeft opzich niets mis mee te zijn, maar voor jou lijkt het alsof ze niet echt naar je luisteren.
Uit het voorgaande zou je kunnen denken dat ik negatief sta tegenover mensen die je willen helpen en ondersteunen in het verwerken van rouw. Integendeel. Deze groep mensen, zeker wanneer zij zelf ook een partner, een kind of een dierbare hebben verloren, begrijpen uitstekend wat je meemaakt en hebt meegemaakt. Zij kunnen jou juist prima helpen en begeleiden. Maar, waarom maken wij als rouwenden daar dan meestal geen gebruik van?
Ik denk dat ik het begrijp. In de onderstaande korte schets probeer ik het uit te leggen. Daarbij besef ik wel degelijk dat deze schets slechts één van de mogelijkheden is en voor ieder mens en voor iedere gebeurtenis anders kan zijn. Ieder mens is immers uniek als persoon, vanuit zijn opvoeding, vanuit zijn culturele achtergrond, vanuit zijn opleiding, de omgeving waarin hij woont en leeft en ga zo maar door.
Dan nu mijn schets van één van de mogelijkheden.
In het begin, net wanneer je partner, je kind of een dierbare is overleden, heb je veel aan het hoofd. Alles op dat moment is gericht op het afscheid nemen van de overledene. Dat niet alleen, je krijgt ook veel aandacht van familie, vrienden en vriendinnen, je omgeving en je collega’s. Op dat moment besef je nog niet echt dat je hij of zij nooit meer zal zien, of zal spreken, of zal knuffelen of omarmen.
Later, ben je misschien bezig met het afhandelen van de financiën en het opruimen van de spullen van de overledene. Allemaal activiteiten die aandacht vereisen en die je ook telkens weer doen terugdenken aan de ander. Allemaal momenten waar je emoties hoogtij vieren. Het zijn ook momenten waar je niet echt zit te wachten op iemand die jou misschien zou kunnen helpen of begeleiden bij het verwerken van je rouw; laat staan dat je er zelfs bij stil staat.
Later, wanneer je weer voor het eerst naar je werk gaat, of naar (familie)bijeenkomsten gaat, of gewoon de boodschappen doet, leven mensen met je mee en krijg je veel aandacht. Maar het kan ook zo zijn dat mensen je uit de weg gaan omdat ze niet goed weten om met jou te praten. Misschien is het omdat mensen bang zijn voor emoties die optreden, niet alleen bij jou maar ook bij henzelf.
Ondanks al je verdriet is de wereld niet stil blijven staan. Bij iedereen gaat het leven gewoon door. Zij staan verder van de overledene af waardoor het op hun leven minder invloed heeft. En ook zij kunnen af en toe stilstaan bij het missen van jouw overleden dierbare. Maar gewoonlijk duurt dat niet lang en hun verdriet begint weg te ebben. Zij kijken door hun “bril” wanneer zij jou later ontmoeten. Zij staan er niet bij stil dat emoties ten gevolge van het verlies van je dierbare bij jou nog geregeld kunnen opspelen. Het zal nooit meer zo worden als vroeger want die ander, die bij jou een zo belangrijke plaats innam, is er immers niet meer. Het duurt bij jou daardoor ook langer voordat je leven, zonder die dierbare, in een voor jou acceptabele vorm doorgaat.
Het eerste jaar na het overlijden van je dierbare is meestal het moeilijkst. De eerste keer tijdens jouw verjaardag en tijdens de verjaardag van je dierbare. De eerste keer op vakantie, misschien alleen of met een vriend of een vriendin. De eerste keer tijdens de feestdagen. De eerste keer naar een feestje. Het zijn allemaal van die momenten waar je stilstaat bij het overlijden en het missen van je dierbare. In dat eerste jaar ontdek je dat je alleen verder moet en in de loop van dat jaar begin je misschien zelfs ook te beseffen dat je alleen verder kan. Dat je die ander wel mist, maar geen noodzakelijke voorwaarde is om verder te gaan in het leven. Je pakt de draad weer op. En waarom zou je dan nog hulp nodig hebben bij het verwerken van je rouw.
Het kan zijn dat je op een gegeven moment voor je gevoel wat vaker ziek bent en van die onbestemde klachten hebt. Misschien ga je naar je huisarts en krijg je zelfs wat middeltjes tegen deze klachten. Maar het kunnen ook de eerste signalen zijn dat je nog volop bezig bent met het verwerken van je rouw. En nog sta je er niet bij stil om eventueel hulp en begeleiding te vragen bij het verwerken van je rouw. Het dringt gewoon niet tot je door.
De tijd breekt aan dat mensen in je omgeving gaan denken dat jij nu toch wel over je rouw heen moet zijn en dat je dit moet hebben verwerkt. Volgens mij is dat een cliché. Ja, je zal misschien minder vaak aan je dierbare denken, maar op die momenten wanneer je dat doet staat je alles weer even helder voor de geest als op de dag waarop je je dierbare verloor. Misschien beginnen mensen in je omgeving te suggereren dat het goed is om hulp te zoeken voor het verwerken van je rouw. Je hoort wat ze zeggen, maar nog steeds vraag je geen hulp. Je denkt dat je het wel alleen kan.
Misschien ligt je aarzeling om hulp te zoeken in het onbekende, het niet weten wie je zou moeten benaderen. Misschien is het omdat je niet wilt toegeven, of omdat je bang bent dat je wordt gestigmatiseerd. Misschien schaam je je er zelfs voor om het te vragen. En waarom zou je nu pas hulp vragen? Je bent toch alweer een heel eind op weg op eigen kracht.
Een ding weet ik zeker, rouw en rouwverwerking kan een hele tijd duren. Het kan zelfs zo lang duren dat je dit tot aan je dood meeneemt. Hou me ten goede, ik wens iedereen een heel lang leven toe. Maar hoe langer het duurt hoe moeilijker je het vindt om hulp te zoeken omdat de wereld om je heen er niet meer bij stil staat dat het gaat over de verwerking van je rouw wanneer je om hulp komt vragen.
Wat ik heb geleerd is dat rouw niet echt over gaat. Ja, de harde kant gaat er vanaf, het wordt allemaal zachter, je kan er mee omgaan, en soms ook niet. Dat is allemaal niet erg. Het leven heeft gemaakt wie je bent en daar hoef je je absoluut niet voor te schamen. Wanneer je over het verlies van je dierbare wil praten dan kan je bij je echte vrienden altijd wel een luisterend oor vinden. Dat is goed. Wat ik ook terdege besef is dat hoe dieper je rouw is hoe dieper je van die dierbare hebt gehouden. In mijn ogen is dit het mooiste compliment dat je je dierbare kan geven.
Ga schrijven, ik kan het iedereen aanraden. Niet zozeer over je rouw, maar juist over de goede herinneringen die je hebt aan je dierbare, of over de nieuwe dingen en vooral de mooie dingen die je hebt geleerd en nu doet omdat je alleen verder moet. Ik heb geleerd dat het mij heeft geholpen bij de verwerking van rouw
Ik kan u een boek aanraden dat je helpt om te gaan met rouw en verdriet. Het is geschreven door Johan Maes en Evamaria Jansen en heeft de titel “Ze zeggen dat het over gaat”. Het is uitgegeven door Witsand Uitgevers (ISBN 978-94-9038-288-9).
Mocht je met mij over je ervaringen willen communiceren dan mag je altijd bellen, e-mailen of schrijven. We kunnen ook een afspraak maken om met elkaar geheel vrijblijvend te praten.