Toen ik heel jong was hadden ze het altijd over “de oorlog.”
20 jaar daarvoor was het oorlog geweest. Ik was al 5, dus het waren vier levens geleden.
Waarom hadden ze het toch telkens over die oorlog?
Vijf jaar later kwam er een monument van 25 jaar bevrijding.
Te belachelijk voor woorden, zo lang geleden, veel te laat.
Mijn oma had de eerste wereldoorlog meegemaakt.
Mijn oma zei weleens dat ze ook jong was geweest.
Maar als ik haar rimpelige gezicht bekeek kon ik dat moeilijk geloven.
Toen ik 45 was zette ik mijn leven op een rijtje.
Wat was alles snel gegaan.
Stel dat ik in 1960 was geboren en omgekeerd had geleefd, dan was het nu 1915.
Dan had ik de tweede wereldoorlog meegemaakt en een stuk van de eerste wereldoorlog ook.
Vroeger leek het zo lang geleden, en het was toch zo dichtbij.
Nogmaals 45 jaar terug zat ik in 1870, een totaal andere wereld.
Nogmaals 45 jaar en Napoleon was net verslagen nog wat jaartjes terug en het was 1800
Een totaal andere wereld, er waren nog indianen, onontdekte gebieden, de wereld was één groot natuurgebied.
Nogmaals 200 jaar terug en Nederland was in wording. Nogmaals 200 jaar terug en men kende Amerika nog niet.
En zo was ook de Romeinse tijd eigenlijk nog geeneens zo lang geleden.
Zoveel veranderingen in zo’n korte tijd, en al die millennia daarvoor gebeurde er maar weinig.
Had het allemaal niet wat rustiger kunnen zijn.
God waarom bent u zo ongeduldig met ons?
Het was even stil, totdat een stem in mijn gedachte vroeg: Wat zou je ten diepste het liefste willen?
Ik dacht even na, nu zijn er verschillende dingen die ik wil, maar wat ik ten diepste zou willen is dat mensen naar hun hart luisteren.
En dat antwoorde ik ook.
Dat kan nu ook al, gaf de stem als weerwoord.
“Dat weet ik”, zei ik, “maar het duurt soms zo lang, zo oneindig lang voordat mensen eindelijk eens een keer naar hun hart luisteren.”
“En jij noemt Mij ongeduldig?”, vroeg de stem.